Sequel-injectie, ook wel SQL-injectie genoemd, is een belangrijke kwetsbaarheid in de beveiliging van webapplicaties. Het treedt op wanneer een aanvaller de invoer van de databasequery's van een webtoepassing kan manipuleren, waardoor ze willekeurige SQL-opdrachten kunnen uitvoeren. Deze kwetsbaarheid vormt een ernstige bedreiging voor de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van gevoelige gegevens die in de database zijn opgeslagen.
Om te begrijpen waarom vervolginjectie een significante kwetsbaarheid is, is het belangrijk om eerst de rol van databases in webapplicaties te begrijpen. Databases worden vaak gebruikt voor het opslaan en ophalen van gegevens voor webtoepassingen, zoals gebruikersreferenties, persoonlijke informatie en financiële gegevens. Voor interactie met de database gebruiken webapplicaties Structured Query Language (SQL) om query's te maken en uit te voeren.
Vervolginjectie maakt gebruik van onjuiste invoervalidatie of opschoning in de webtoepassing. Wanneer de door de gebruiker geleverde invoer niet correct is gevalideerd of opgeschoond, kan een aanvaller kwaadaardige SQL-code in de query injecteren, waardoor deze door de database wordt uitgevoerd. Dit kan verschillende schadelijke gevolgen hebben, waaronder ongeoorloofde toegang tot gevoelige gegevens, gegevensmanipulatie of zelfs het volledig in gevaar brengen van de onderliggende server.
Denk bijvoorbeeld aan een inlogformulier dat een gebruikersnaam en wachtwoord accepteert. Als de webtoepassing de invoer niet correct valideert of opschoont, kan een aanvaller een schadelijke invoer maken die het beoogde gedrag van de SQL-query verandert. Een aanvaller kan iets invoeren als:
' OR '1'='1' --
Deze invoer, wanneer deze in de SQL-query wordt geïnjecteerd, zou ervoor zorgen dat de query altijd wordt geëvalueerd als waar, waardoor het authenticatiemechanisme effectief wordt omzeild en de aanvaller ongeautoriseerde toegang tot het systeem krijgt.
Aanvallen met vervolginjectie kunnen ernstige gevolgen hebben voor de beveiliging van webapplicaties. Ze kunnen leiden tot ongeoorloofde openbaarmaking van gevoelige informatie, zoals klantgegevens, financiële gegevens of intellectueel eigendom. Ze kunnen ook leiden tot gegevensmanipulatie, waarbij een aanvaller gegevens die in de database zijn opgeslagen, kan wijzigen of verwijderen. Verder kan vervolginjectie worden gebruikt als springplank voor verdere aanvallen, zoals escalatie van bevoegdheden, uitvoering van externe code of zelfs volledige aanval op de onderliggende server.
Om kwetsbaarheden voor vervolginjecties te verminderen, is het van cruciaal belang om de juiste invoervalidatie- en opschoningstechnieken te implementeren. Dit omvat het gebruik van geparametriseerde query's of voorbereide instructies, die de SQL-code scheiden van de door de gebruiker geleverde invoer. Bovendien moet invoervalidatie en -opschoning aan de serverzijde worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat alleen verwachte en geldige invoer wordt verwerkt.
Vervolginjectie is een aanzienlijke kwetsbaarheid in de beveiliging van webapplicaties vanwege het potentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van gevoelige gegevens in gevaar te brengen. Het maakt gebruik van onjuiste invoervalidatie of opschoning om kwaadaardige SQL-code te injecteren, waardoor aanvallers willekeurige opdrachten op de database kunnen uitvoeren. Het implementeren van de juiste invoervalidatie- en opschoningstechnieken is essentieel om deze kwetsbaarheid te verminderen en webapplicaties te beschermen tegen vervolginjectieaanvallen.
Andere recente vragen en antwoorden over Basisprincipes van beveiliging van EITC/IS/WASF-webapplicaties:
- Wat zijn headers voor ophaalmetagegevensverzoeken en hoe kunnen ze worden gebruikt om onderscheid te maken tussen verzoeken van dezelfde oorsprong en verzoeken van meerdere sites?
- Hoe verkleinen vertrouwde typen het aanvalsoppervlak van webapplicaties en vereenvoudigen ze beveiligingsbeoordelingen?
- Wat is het doel van het standaardbeleid in vertrouwde typen en hoe kan het worden gebruikt om onveilige tekenreekstoewijzingen te identificeren?
- Wat is het proces voor het maken van een vertrouwd typen-object met behulp van de vertrouwde typen-API?
- Hoe helpt de richtlijn vertrouwde typen in een inhoudbeveiligingsbeleid DOM-gebaseerde cross-site scripting (XSS)-kwetsbaarheden te verminderen?
- Wat zijn vertrouwde typen en hoe pakken ze DOM-gebaseerde XSS-kwetsbaarheden in webapplicaties aan?
- Hoe kan content security policy (CSP) helpen bij het verminderen van cross-site scripting (XSS) kwetsbaarheden?
- Wat is cross-site request forgery (CSRF) en hoe kan dit worden misbruikt door aanvallers?
- Hoe brengt een XSS-kwetsbaarheid in een webapplicatie gebruikersgegevens in gevaar?
- Wat zijn de twee belangrijkste soorten kwetsbaarheden die vaak worden aangetroffen in webapplicaties?
Bekijk meer vragen en antwoorden in EITC/IS/WASF Web Applications Security Fundamentals